Hugo de Jonge: Woningdoelen waarschijnlijk onhaalbaar, en dat komt door migratie

Ook volgend jaar gaat 100.000 woningen niet lukken
Het ziet er niet best uit voor de bouwplannen van huizenminister Hugo de Jonge. Hij kondigde eerder vol bravoure aan dat Nederland voor 2031 zo'n 900.000 huizen uit de grond gaat stampen. Een ambitieus plan, en voor hoe het er nu uitziet: totaal onhaalbaar. Voor dat aantal moesten er vanaf 2022 een stuk of 100.000 huizen per jaar bijkomen. En zover is het nog lang niet.
Eerder zei de bouwminister dat die 100.000 per jaar heel misschien in 2024 voor het eerst gaat lukken, maar ook dat doel moet hij nu bijstellen. Ondertussen rijst de vraag naar woningen de pan uit. En dat is de schuld van de nieuwkomers, meent De Jonge. ''De vraag naar huisvesting groeit sterker dan verwacht, vooral door migratie.'' Voor de asielcrisis lijkt een oplossing nog verre van in zicht.
Dip
De CDA-minister zegt volgend jaar een 'dip' in de woningbouwproductie te verwachten. 'De opgave wordt groter, maar de financiële omstandigheden voor woningbouw zijn het afgelopen jaar flink verslechterd', zegt hij tegen de Telegraaf. Door hoge kosten en hoge rente is bouwen duurder en durven investeerders het niet meer aan. Zo waarschuwt De Jonge.
En het is nog maar de vraag hoe groot en destructief die dip zal zijn. Dat kan 5,5 procent minder zijn dan dit jaar, maar ook 50 procent. De ramingen van de instanties lopen uiteen en de minister heeft geen idee hoe groot de schade zal zijn.
De oplossing volgens De Jonge is om vanuit het Rijk de touwtjes in handen te nemen en er moet wat hem betreft dringend geld bij. Vooral de zoektocht naar geschikte kavels is een lastige, stelt hij. Ondanks zijn plannen sorteert de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor op een flinke domper.