Kaag blokkeert moties die import Oeigoerenkleding tegengaan
Blijkbaar kunnen de Oeigoeren de klere krijgen
In de strijd tegen slavenarbeid van Oeigoeren werd vandaag in de Tweede Kamer gestemd over moties om de import van kleding, die wordt gefrabiceerd met Oeigoers dwangarbeidkatoen, aan banden te leggen. Hoewel ook Nederlandse bedrijven hiertoe oproepen, besloot minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag daar niet in mee te gaan. Dat schrijft de Volkskrant.
De GroenLinks-moties werden gesteund door de linkse oppositie, D66, ChristenUnie en mogelijk ook het CDA. De inzet achter de moties was om ervoor te zorgen dat Nederlandse consumenten niet langer rondlopen in kleding die voor een deel tot stand is gekomen met Oeigoerse slavenarbeid. De Oeigoeren zijn een moslimminderheid in China die in grote getalen worden opgesloten in zogenaamde 'heropvoedingskampen'.
Niet de rol van de overheid
Volgens Kaag is een motie die oproept tot meer transparantie onuitvoerbaar omdat deze in strijd zou zijn met de geheimhoudingsplicht van de douane. Ook keerde de D66-lijsttrekker zich tegen een andere motie die Nederlandse kleding- en textielbedrijven aanspoort om uit Xinjiang, en zo nodig uit China te vertrekken. In de buurt van Xinjiang zitten veel heropvoedingskampen waar Oeigoeren massaal worden weggestopt.
De tweede motie die werd behandeld roept op om bedrijven "dringend te wijzen op de Oeso-richtlijnen en Nederlandse kleding- en textielbedrijven aan te sporen om uit Xinjiang, en zo nodig uit China te vertrekken en het verleggen van toeleveringsketens naar andere landen te faciliteren". De minister stelde dat bedrijven er wel op kunnen worden gewezen. Echter is het bedrijven aansporen om zo nodig te vertrekken, volgens Kaag niet de rol van de overheid maar de verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf.
De moties kwamen voort uit de conclusie van de Sociaal Economische Raad (SER) dat de huidige - op vrijwilligheid gebaseerde - afspraken niet werken. Het kabinet kondigde in oktober aan zich te gaan inzetten voor een mix van bindende en vrijwillige maatregelen. Ook werd er gesproken over een wetgeving op Europees niveau die bedrijven zou verplichten hun productieketen, en daarmee eventueel risico's voor mensenrechten en duurzaamheid, in kaart te brengen en te verminderen.