OM zet hoger beroep De Mos door, laat 'criminele organisatie' aanklacht vallen
Richard de Mos en de zijnen moeten opnieuw voorkomen
Het Openbaar Ministerie gaat gewoon in beroep tegen Richard de Mos. Ondanks de aanhoudende kritiek op de rol van het OM. Wel wordt het in 'beperkte vorm', stelt de aanklager. Op verdenking van omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht moet De Mos opnieuw voorkomen. De oud-wethouder van Den Haag is daarmee wel definitief verlost van de aantijgingen van meineed en deelname aan een criminele organisatie.
De Mos werd eind april door de rechtbank op alle gronden vrijgesproken. Hij is als wethouder van de gemeente Den Haag opgepakt en aangeklaagd voor omkoping. Dat draaide om een aantal donaties van Haagse ondernemers aan de partij van De Mos. Met zijn Hart voor Den Haag zorgde de politicus voor een aardverschuiving in de gemeentepolitiek. De locoburgemeester werd beschuldigd van het aannemen van giften in ruil voor vergunningen. Corruptie, vindt het OM. De Mos zelf spreekt van ombudspolitiek.
Vrijspraak en hoger beroep
Na de vrijspraak, waarin het Openbaar Ministerie het van de rechter flink om de oren kreeg, nam de aanklager de tijd voor een vervolgbeslissing. Daarvan was de conclusie dat het OM toch in hoger beroep ging. PVV-leider Wilders, onder wie De Mos van 2009 tot 2012 Tweede Kamerlid was, verzocht justitieminister Yeşilgöz het hoger beroep te blokkeren. Dat verzoek legde de VVD-bewindsvrouw vorige week naast zich neer.
Naast Richard de Mos en fractiegenoot Rachid Guernaoui, ook oud-wethouder in Den Haag, zijn er nog vijf medeverdachten die zich opnieuw moeten verklaren. Onder hen horecabroers Atilla en Erdinç Akyol. Zij spelen een centrale rol in de zaak. De broers kregen voor hun zalencentrum een omstreden nachtvergunning. Atilla was daarnaast nauw betrokken bij Hart voor Den Haag als donateur en lijstduwer. In getapte telefoongesprekken sprak Erdinç over het planten van De Mos in het gemeentehuis en het kopen van stemmen.
College
Ondanks zijn vrijspraak werd De Mos door de Haagse coalitie vakkundig buiten het bestuur gehouden. Hij wilde met Groep de Mos/Hart voor Den Haag terug het college in, waar hij voor de arrestatie in zat. Dat leidde tot tweespalt in de coalitie: D66, VVD en CDA stemden voor een motie om in ieder geval te gaan praten onder leiding van een mediator. GroenLinks en PvdA waren faliekant tegen: ze vreesden dat de gesprekken uiteindelijk gaan leiden tot het openbreken van de coalitie.