Bericht van het front van de socialistische strijd tegen uitwassen van consultants, denktanks en lobbyclubs. SP Tweede Kamerlid Frank Futselaar las in de courant over het gebrek aan transparantie van The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), de denktank van Rob de Wijk. Het invloedrijke kennisinstituut worstelt met de openheid over zakelijke belangen en inkomstenstromen (Epische quote van De Wijk over zijn eigen in 2019 niet gedeponeerde administratie: "Ik ben er slordig in, omdat het me geen reet interesseert. Ik laat het aan mijn accountant over."). En dat is kwalijk omdat de overheid ook opdrachten aan HCSS verstrekt, vindt Futselaar.

Jaarlijks 800.000 euro gegarandeerd plus losse opdrachten voor HCSS

Het gaat de socialist met name om de vermenging van de rollen als adviseur, denktank en lobbyist bij HCSS. Kamervragen voor afnemers Kajsa Ollongren (Defensie, D66) en Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken CDA) dus. Want zo lijkt het er op dat krijgsmachtonderdelen als de Kustwacht en de Koninklijke Marine HCSS hebben ingehuurd om zaken 'bovenaan de politieke agenda' te krijgen. Tegelijkertijd huren de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie middels een 'raamovereenkomst' HCSS jaarlijks in voor een gegarandeerde 800.000 euro, daarnaast is er nog 'een onbekend aantal losse opdrachten'.

Hoezo 'beïnvloeding van de publieke opinie en het debat'?

Futselaar wil nu weten hoe vaak de ministeries precies gebruik van commerciële bureaus voor beïnvloeding van de publieke opinie en het debat. Bovendien wijst Futselaar de twee ministers er op dat wanneer binnen een ministerie de behoefte is iets hoger op de politieke agenda te krijgen, de geëigende route daarbij is via de minister de Kamer te informeren, en niet via derden. De socialist wil bovendien een overzicht van aan wie de ministeries nog meer dergelijke opdrachten verlenen. 

Futselaar denkt even (met milde druk) mee

Maar Futselaar is niet te beroerd om in zijn Kamervragen even mee te denken met het kabinet; hij stelt voor 'een verplicht transparantieregister in te stellen waarvoor academische instellingen, denktanks en lobbyorganisaties zich moeten inschrijven als voorwaarde om voor opdrachten van de overheid in aanmerking te komen'. Al zet hij er wel enige druk achter in vraag 14: "Wanneer stelt u zo’n register in? Zo nee, waarom niet?"

Wordt vervolgd.