Wat te doen bij autopech langs de snelweg
Regel goede pechhulp
De dag waarvan je hoopte dat hij nooit zou komen: je hebt pech op de snelweg. Stap één is nu: jezelf in veiligheid brengen. Zoveel is helder. Maar wat dan? Er komen een aantal praktische zaken bij kijken. Hoe zit het met pech melden? Heb je eigenlijk pechhulp bij je autoverzekering? Hier moet je aan denken bij autopech langs de snelweg.
Met een aanvullende dekking voor pechhulp staat er een professionele hulpdienst voor je klaar om je weer op weg te helpen. Denk aan hulp bij je sleutel per ongeluk in een afgesloten auto achterlaten, een lekke band, een lege accu of onverwacht een lege tank. Of de verkeerde brandstof in je tank. Maar ook een noodreparatie langs de weg als dat veilig mogelijk is. Je auto moet misschien worden vervoerd naar een andere plek, en ook jijzelf en je passagiers moeten mogelijk met de taxi of openbaar vervoer ergens naartoe worden gebracht. En wat dacht je van vervangend vervoer? Je auto verzekeren met de juiste dekking die past bij jouw wensen en budget is daarom een belangrijk besluit.
Wat moet je doen bij pech op de snelweg?
Als het goed is, sta je allereerst stil op de vluchtstrook. Als je kunt, dan rijd je door naar een parkeerplaats of een tankstation. Behoort dat niet tot de mogelijkheden, zet dan je alarmlichten aan en ga zo dicht mogelijk bij de vangrail rechts staan. En draai je voorwielen ook in die richting. Stap allemaal aan de rechterkant uit en steek nooit de snelweg over.
Heb je een gevarendriehoek bij je, zet die dan ook neer op de vluchtstrook, om andere automobilisten tijdig te waarschuwen. Als je een veiligheidsvest bij je hebt, dan is het aan te raden om deze te dragen wanneer je buiten je auto op de vluchtstrook bezig bent.
Vanaf daar bel je je pechhulpverlener. Is er iemand gewond, is er anderszins sprake van nood of een onveilige situatie? Dan kun je ook bellen naar de Landelijke Informatielijn (0800-8002). Vanzelfsprekend bel je 112 bij acuut gevaar.
Je moet nu aangeven waar je je bevindt. Zoek daarvoor het dichtstbijzijnde afstandspaaltje. Elke 100 meter staat er een hectometerpaal. Daarop staan drie stukjes informatie: het wegnummer, de hectometeraanduiding en of je aan de linkerkant of rechts op de weg staat. Bij knooppunten, aansluitingen, verzorgingsplaatsen, parallelbanen, wisselstroken of een andere bijzondere situatie wordt er voor de takken naast de hectometeraanduiding een zwarte letter op een gele achtergrond geplaatst. Deze informatie geef je ook door.
Dan kan het wachten beginnen. Vaak word je via sms, online en/of via een belletje op de hoogte gehouden hoe lang het duurt voordat de pechhulp er is. Zij zullen er alles aan doen om jou zo snel mogelijk weer op weg te helpen.