Nederlandse transgender personen zelden spijt van hormoonbehandeling
Ook jongeren kunnen consequenties goed inschatten
De meeste transgender jongeren in Nederland die op jonge leeftijd met geslachtshormonen beginnen, gebruiken die op latere leeftijd nog steeds. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Amsterdam UMC. Van alle patiënten gebruikt 98 procent nog steeds geslachtshormonen.
Het ziekenhuis besloot te onderzoeken hoeveel van de mensen die op jonge leeftijd met de behandeling zijn begonnen, als volwassene nog steeds hormonen gebruiken. In samenwerking met het CBS werden de gegevens van 720 transgender personen geanonimiseerd en geanalyseerd. Omdat het Amsterdam UMC de behandeling al 25 jaar aanbiedt, kon er daadwerkelijk gekeken worden naar de lange termijn.
Die informatie werd vervolgens gekoppeld aan apotheekgegevens. Op deze manier konden onderzoekers nagaan hoeveel mensen nog steeds geslachtshormonen kregen voorgeschreven.
De juiste keuze
Voor 98 procent van de mensen werd een recept gevonden voor hormoonmedicatie die klopt bij de genderidentiteit. Dat betekent dat zij dus niet zijn gestopt en ook niet in transitie zijn naar hun geboortegeslacht.
Twee procent van de onderzochte personen die bij het UMC Amsterdam onder behandeling waren, gebruikt geen hormonen meer. De reden dat ze zijn gestopt is onduidelijk en vraagt volgens de onderzoekers om meer onderzoek.
Consequenties zijn duidelijk
Onderzoeker Marianne van der Loos reageert op de uitkomsten: “Wij zien dat het grootste deel, dat startte met hormoonbehandeling in de adolescentie, doorgaat met hormonen op latere leeftijd. De angst dat adolescenten onvoldoende de consequenties zouden overzien van hun genderbehandeling, lijkt daarmee ongegrond.”
Transgender jongeren zijn volgens de onderzoekers goed in staat om de consequenties van een behandeling in te schatten. "Op basis van deze resultaten kan worden gesteld dat het risico op stoppen met hormoonbehandeling bij mensen die op jonge leeftijd zijn gestart met puberteitsremmers en geslachtshormonen heel klein is. De gedachte dat veel adolescenten later spijt krijgen van de hormoonbehandeling, is op basis van deze cijfers ongegrond", valt er te lezen.