Nederland was slecht voorbereid op pandemie, kritiek op rol Jaap van Dissel
'RIVM-baas was te invloedrijk'
In de eerste van drie rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de coronacrisis wordt geconcludeerd dat Nederland slecht was voorbereid op een uitbraak van een nieuwe infectieziekte. De bestrijding van het virus had hierdoor te lang de volle aandacht, terwijl de maatschappelijke gevolgen nagenoeg werden genegeerd.
In het 300-pagina's tellende rapport vallen harde woorden over de corona-aanpak van de regering en het Outbreak Management Team (OMT). Ook de rol van Jaap van Dissel wordt hierin sterk bekritiseerd. Van Dissel was voorzitter van het OMT, baas van het RIVM en adviseur van het kabinet. Zodoende had hij invloed op alle lagen van de besluitvorming en kreeg zijn visie de overhand.
Jaap van Dissel zou bovendien het vertrouwen in de coronamaatregelen hebben beschadigd door zijn openlijke twijfel over mondkapjes. Hij noemde het dragen van mondmaskers in 2020 "schijnveiligheid", enkele maanden voordat de mondkapjesplicht alsnog werd ingevoerd.
Verpleeghuizen
De vele doden en ziekenhuisopnames van bewoners van verpleeghuizen is ook te wijten aan de aanpak van de overheid, aldus het rapport. Het OVV heeft de ouderenzorg, thuiszorg en verpleeghuizen te laat meegenomen in de crisisaanpak, ondertussen ontstond er daar een "stille ramp". De doden in de verpleeghuizen waren zeker de helft van het totale aantal coronadoden in 2020.
De steken die Nederland liet vallen bij de coronapandemie zijn volgens het OVV lessen voor de toekomst. In 2020 lag er geen draaiboek of rampenplan voor een pandemie en tot dan toe werd er alleen op regionaal niveau geoefend voor epidemieën. De coronacrisis begon dus met pure improvisatie.
Reactie Hugo de Jonge
Verschillende mensen die worden genoemd in het rapport van het OVV hebben per brief gereageerd. De reactie van voormalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge valt het meest op. Hij trekt de conclusies in het rapport in twijfel.
De Jonge zegt onder andere dat de signalen uit de verpleeghuizen wel degelijk "zo goed mogelijk zijn opgepakt" en dat Nederland de "ernst en impact" van infectieziekten goed heeft ingeschat "op basis van toenmalige wetenschappelijke kennis". Jaap van Dissel was volgens De Jonge slechts een "onafhankelijk adviseur".