Opvallend veel bewindslieden in het nieuwe kabinet hebben tweede (vakantie-) woningen in Nederland en/of daarbuiten. Dat blijkt uit het register met belangen, specifieke bezittingen en nevenfuncties van het nieuwe kabinet, dat premier Rutte naar de Kamer stuurde vrijdag. 

Meer dan tien van de 29 bewindslieden bezitten een of meerdere woningen die leeg staan en niet worden verhuurd. Dat geldt onder meer voor de ministers Yeșilgöz, Bruins Slot, Kuipers en Adriaansens.

Daarnaast hebben ministers Staghouwer en Van der Wal meer dan één niet-verhuurde woning in Nederland en bezit minister Helder meerdere percelen. Ministers Kaag en Ollongren en staatssecretarissen Van Rij en Uslu hebben vakantiewoningen in Zwitserland, Zweden, op Sint Eustatius en in Turkije.

Wooncrisis prioriteit van dit kabinet

Hoewel het bezig van vakantiewoningen natuurlijk niet verboden is, valt wel op hoeveel bewindspersonen een tweede of derde eigen woning bezitten terwijl zij onderdeel uitmaken van een kabinet dat de wooncrisis tot prioriteit heeft benoemd.

Eind 2021 verklaarde de Vereniging Nederlandse Gemeente dat niet bewindslieden met leegstaande huizen, maar ouderen die niet kleiner willen gaan wonen een belangrijke oorzaak voor het nijpende tekort aan woningen zijn.

Aandelenpakketten, bedrijven en nevenfuncties

Behalve het opvallende aantal vakantiehuisjes, hebben veel bewindslieden (aandelen in) bedrijven, effectenportefeuilles en uiteraard veel commissieposities en aanverwante nevenbekledingen.

Om belangenverstrengeling te voorkomen, moeten sommige van die aanspraken en activiteiten op afstand gezet worden en dienen allen open kaart te spelen over hun persoonlijke of professionele belangen. Tijdens hun ambtstermijn mogen sommige activiteiten niet worden uitgevoerd en bepaalde belangen niet worden behartigd.

Het register is hier te lezen (Word-bestand).