Staat krijgt gelijk van Hof: Avondklok mocht als noodgreep

Er was wél een noodsituatie, namelijk een pandemie
Het gerechtshof in Den Haag heeft vanmorgen geoordeeld dat de juridische basis van de avondklok wel degelijk prima geregeld was. Het gaat in hoger beroep tegen de rechtbank in, die eerder besloot dat het kabinet geen gebruik mocht maken van een noodwet.
De rechtbank oordeelde in een kort geding van Viruswaarheid en Willem Engel dat minister Grapperhaus ten onrechte een beroep deed op de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag. Die wet was bedoeld voor noodsituaties, zei de rechtbank, en dat was dit niet.
De rechter wees toen naar de tijd die het kabinet nam om de avondklok voor te bereiden en om erover te overleggen met het parlement. Het hof veegt dat nu van tafel. “Er is wel degelijk sprake van buitengewone omstandigheden die het invoeren van een avondklok mogelijk maken. De pandemie is hiervoor voldoende aanleiding.”
De uitspraak van vanmorgen heeft verder geen gevolgen. Na de vorige uitspraak jaagde minister Grapperhaus in moordend tempo een nieuwe wet door de Tweede en Eerste Kamers waarin de juridische basis voor de avondklok steviger geregeld werd.