Een groep PvdA'ers, waaronder een aantal prominente leden, neemt het op voor Lodewijk Asscher. Zij vinden dat hij gewoon lijsttrekker van de partij moet blijven, ondanks zijn rol in de toeslagenaffaire, waarbij duizenden ouders slachtoffer werden van de fraudeaanpak bij de Belastingdienst tussen 2013 en 2019. Door deze aanpak werden vele ouders onterecht aangemerkt als fraudeur, waardoor velen in de schulden belandden. 

Motie van wantrouwen

Lodewijk Asscher was tussen 2012 en 2017 minister van Sociale Zaken, wat hem medeverantwoordelijk maakt voor deze problemen. Hij betuigde eerder al spijt en noemde zijn rol in de toeslagenaffaire "pijnlijk", maar gaf deze week opnieuw aan wel te willen blijven fungeren als lijsttrekker. Dat schoot bij verschillende partijleden in het verkeerde keelgat, waardoor PvdA-lid Francisca Drijver eerder deze week een motie van wantrouwen indiende tegen Asscher.

Deze motie kreeg voldoende steunbetuigingen om op het verkiezingscongres van de partij in stemming gebracht te worden. Drijver schreef in de motie dat de reactie van Asscher "geen recht doet aan het leed van duizenden gedupeerden." Ook is ze van mening dat "de oorverdovende (media)stilte die na zijn verklaring op Facebook volgde, de PvdA ernstig heeft geschaad." Deze schade zou onherstelbaar worden geacht. Met deze redenen werd het vertrouwen in Lodewijk Asscher als partijleider door honderd PvdA-leden opgezegd. 

Motie van vertrouwen

Echter, tijdens het partijcongres zullen leden zich nu ook uitspreken over een nieuwe motie, waarin juist steun wordt uitgesproken voor Asscher. Deze motie werd ingediend onder leiding van Pieter Paul Slikker (PvdA-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Den Bosch). Hij vindt de motie van wantrouwen onterecht, en met hem meerdere leden. De door hem ingediende motie van vertrouwen kan op een groot aantal steunbetuigingen rekenen. Zo staan alle fractiegenoten in de Tweede Kamer achter de motie van Slikker, net als verschillende grote namen als burgemeesters Aboutaleb en Marcouch, en oud-ministers Dijsselbloem en Bussemaker.

Lerend leiderschap

Slikker geeft aan wel "met afschuw" te reageren op de toeslagenaffaire. Toch vinden hij en zijn medestanders dat Asscher waardering moet krijgen voor de "manier waarop hij omgaat met zijn rol als voormalig bestuurder in het aangedane onrecht." Asschers excuses en verantwoording met betrekking tot de hele situatie geven volgens de indieners blijk van "lerend leiderschap", en dus mag Asscher wat hen betreft gezellig blijven hangen. 

Als de moties in stemming worden gebracht kunnen alle PvdA-leden zich uitspreken over het lot van Asscher. Het partijbestuur bepaalt vervolgens wat er met de motie gedaan wordt.