Door de coronapandemie zijn er het afgelopen jaar veel minder diagnoses voor ernstige ziektes gesteld dan in andere jaren. Dat was al zo na de eerste golf en uit nieuw onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) blijkt dat deze achterstand nog niet is ingehaald. 

Dat betekent dat duizenden Nederlanders momenteel rondlopen met een ernstige ziekte zonder dat dat is vastgesteld. "We hadden gehoopt dat er na de opheffing van de eerste gedeeltelijke lockdown een inhaalslag zou worden gemaakt", vertelt Jos Bart, voorzitter van de NVVP. "Uit de cijfers blijkt echter dat een traag herstel tot een normaal niveau opgetreden is, maar dat de achterstand niet is ingehaald."

Zorgen

"Dit betekent dat er in Nederland duizenden patiënten moeten zijn met een ernstige, mogelijk kwaadaardige ziekte, die nog niet ontdekt is", concludeert Bart. "Voor een aanzienlijk deel van deze patiënten bestaat een goede behandeloptie, mits behandeling niet te lang wordt uitgesteld. Verder uitstel betekent dat zij pas bij een specialist komen in een ernstiger stadium van hun ziekte. Dat is ongunstig voor de prognose. Daar maken wij ons grote zorgen over."

De achterstand is het grootst bij ziekten die vooral worden ontdekt via een bevolkingsonderzoek: bij darmkanker, borstkanker en baarmoederhalskanker ontbreekt meer dan een kwart van het aantal diagnoses dat je op basis van de afgelopen vijf jaar mag verwachten.

Bart roept alle Nederlanders dan ook op om bij klachten gewoon actie te ondernemen. "Het is belangrijk dat mensen met klachten zich blijven melden bij de huisarts."