Verdachten aangehouden voor bedreiging docent Emmauscollege
Tieners riepen op tot 'strafbare feiten' om cartoon
De politie heeft vandaag een tweede en een derde verdachte aangehouden die betrokken zijn bij de bedreiging van een docent maatschappijleer van het Emmauscollege in Rotterdam. Een 17-jarige jongen uit Den Haag en een 18-jarige man uit Amsterdam worden verdacht van bedreiging en opruiing vanwege een cartoon die in het lokaal van de docent hing. Vanwege de bedreigingen zit de docent sinds deze week ondergedoken.
Gister werd al een 18-jarige vrouw aangehouden die volgens het Openbaar Ministerie via sociale media opriep tot het plegen van 'strafbare feiten' tegen de school en de docent. De vrouw mag haar proces in vrijheid afwachten.
Cartoon van jihadist
Ondanks dat de cartoon al jaren in het lokaal hing, kwamen er recentelijk boze reacties op van sommige leerlingen. De inmiddels ondergedoken docent gebruikte de cartoon, waarop een jihadist wordt afgebeeld, als voorbeeld tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting naar aanleiding van de moord op de Franse docent Samuel Paty.
Paty werd in oktober onthoofd nadat hij in zijn lessen een Mohammed-cartoon had getoond. Ook de tekening op het Emmauscollege werd aangezien voor een afbeelding van de islamitische profeet. Leerlingen vonden de spotprent 'godslastering'.
Sinds de bedreigingen is de sfeer grimmig op het Emmauscollege, vrijdag werd een cameraploeg van Powned belaagd tijdens het maken van een item bij de school. Een cameraman kreeg daarbij klappen en hield er kneuzingen in zijn hand aan over.
Reacties
Het nieuws van de bedreigingen aan het adres van de docent kwam hard aan in Nederland, zo hebben verschillende politici geschokt gereageerd. PVV-leider Geert Wilders riep op om de cartoon massaal op sociale media te delen. "Vrijheid is ononderhandelbaar. Hitsers moeten worden aangepakt" aldus Wilders.
Premier Rutte benadrukte in zijn wekelijkse persconferentie dat de vrijheid van meningsuiting een kernwaarde van de samenleving is, volgens Rutte heeft "niemand het recht om niet beledigd te worden."