'Bloody Sunday' in New York City, 19 schietpartijen in één dag

Het regende kogels in NYC.
Afgelopen zondag werden er maar liefst negentien moorden in één dag gepleegd in New York City, terwijl de moordcijfers van de stad in de afgelopen jaren juist sterk daalden. Al sinds begin van de pandemie stijgt het aantal moorden weer in de stad: in 2019 werden er tot juli 176 moorden gepleegd, van januari tot en met juli 2020 zijn er al 227 moorden gepleegd, een stijging van 29%.
De lokale pers in New York noemt het afgelopen weekend dan ook een "bloody Sunday". Onder de slachtoffers van het afgelopen weekend zitten onder andere een 16-jarig meisje, een 17-jarige jongen. Een 16-jarige jongen werd in zijn arm geschoten, maar overleefde het. Opvallend is dat - tot zover - er nog geen verdachten zijn opgepakt van de moorden.
Vorig jaar telde dezelfde dag in juli geen enkele moord in de stad. Verschillende experts breken hun hoofd over de vraag waar die forse stijging in het aantal moorden nou vandaan komt, met weinig succes. "Ik heb nog nooit zo'n stijging gezien in de moordcijfers" aldus een criminoloog tegen de New York Times. Afgelopen week telde de stad New York 49 schietpartijen met 53 slachtoffers. Het moordcijfer in New York was ongekend hoog in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw en het kostte veel moeite om dit cijfer naar beneden te krijgen. Sommige experts vrezen al een "terugval" naar deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de stad.
De term "Bloody Sunday" raakte vooral ingeburgerd rondom de slachtpartij in Derry, Noord-Ierland, waarbij op 30 januari 1972 14 doden vielen door een gewapende aanval van het Britse leger op ongewapende burger en natuurlijk dat vervelende lied van U2.